zondag 27 augustus 2006

Tromp en de ereprijs

Gelderse Muziek Zomer: première ‘Heart Break Hotel’. Orkest de ereprijs & Mariëlle Tromp (zang).
Elburg, Vischmarkt, 9 augustus  2006



“Het meest toegankelijke wat de ereprijs ooit gedaan heeft,” stelt een medewerker over deze tournee met popmuziek uit vroeger jaren. Helaas doet het herfstig klimaat die toegankelijkheid weer deels teniet. Om tien over acht hangen er slechts drie kleuters en een recensent op de natgeregende ligstoelen - afgezien van het koutende en bier nippende publiek op de belendende caféterrasjes. Een anticlimax na de aankondiging waarin men guitig van ‘wereldpremière’sprak. Anderzijds heeft dit druilerig plattelandsgebeuren ook wel weer iets charmants, iets Vestdijk-achtigs.
“Okay Elburg, wij beginnen met het eerste nummer!” hakt zangeres Mariëlle Tromp de knoop door. Het wordt Michael Jackson’s ‘Heartbreak Hotel’ waarmee de ereprijs deze Gelderse tournee opent.
Het is even wennen aan de door versterking scherp vertekende zang van Mariëlle Tromp, maar haar krachtige frasering en vitaliteit blijven overeind. Een stem als een klok, schier onvermoeibaar en genereus in het vakkundig schreeuwen en raspen. De heerlijk theatrale manier waarop zij, tegen de imposante basgitaar in, haar voornemen uitgalmt om naar Honolulu af te reizen, of het onstuitbare élan waarmee zij Nirvana’s ‘Team Spirit’ over de Vischmarkt slingert – chapeau!
Het orkest fungeert als een soort symfonische rockband, zonder zijn identiteit prijs te geven. Honderd procent ereprijs is de tegendraadse wals die ontstond uit Zappa’s ‘Dog Meat’. Maar ‘Eight Miles High’ (Byrds) wordt verassend gekruid door de backing vocals die men óók in huis heeft.‘Psycho Killer’ (Talking Heads) ontleent zijn extra dimensie aan de grillige tuba-solo en het ‘Alle Menschen werden Brüder’-citaat aan het slot.
De bloemlezing van popclassics dient om de halve eeuw te markeren die verstreek sinds Elvis Presley furore maakte met zijn eigen ‘Heart Break Hotel’. En hoe creatief de aanpak door arrangeurs Chiel Meijering, Jeroen van Dijk en David Dramm moge wezen, zij namen slechts tot op zekere hoogte de vrije teugel. In alle nummers blijft de sfeer intact, zelfs in Clapton’s ‘Layla’ waarin het zwoele gewiebel verstrakt is tot een ferm up-tempo. Het publiek heeft zich dan inmiddels verveelvoudigd, maar de reacties blijven beheerst. Waarop La Tromp uitroept: “Ik zie niet iedereen klappen! Misschien heb je je oordopjes nog in, want volgens mij ging ie hartstikke goed!” En zo is het ook.


 © Margaretha Coornstra, i.o.v. de Stentor, augustus 2006